Onmacht: geen controle of invloed hebben op een situatie.
Het is iets waar iedereen vroeg of laat mee te maken krijgt. Al lang worstel ik met de vraag hoe ik moet omgaan met dat gevoel van machteloosheid. Door mijn schisis ben ik dat gevoel vroeger vaak tegengekomen: operaties waar ik niet om had gevraagd, een neuscorrectie die niet mogelijk was door een te kleine neusvleugel, een bovenlip met te weinig weefsel voor een standaard correctie, en een operatie die door een complicatie veel zwaarder uitpakte dan verwacht. En dan waren er nog alle pestsituaties, iets waar ik ook helemaal geen invloed op had. Mijn platte neus en mijn hele dunne bovenlip vonden mijn klasgenoten genoeg om mij het leven zuur te maken. Het voelde zo machteloos dat ik werd afgerekend op iets waar ik helemaal niets aan kon doen.
Gelukkig speelt mijn schisis nu nauwelijks nog een rol in mijn leven. Meestal vergeet ik zelfs dat ik een schisis heb, en dat is iets waar ik vroeger natuurlijk nooit van had durven dromen. Ik praat er niet meer over, tenzij iemand ernaar vraagt. Ik leid een normaal leven, zonder dat ik word gezien als ‘dat meisje met een hazenlip’. Wat had ik dat graag willen zeggen tegen mijn 14-jarige zelf, die elke dag op een pijnlijke manier werd herinnerd aan haar uiterlijk.
Toch kwam het gevoel van onmacht de afgelopen maanden in volle kracht terug. Niet door mijn schisis, maar door andere omstandigheden waar ik weinig invloed op had: een blessure, onzekerheid of ik wel mocht blijven op de school waar ik nu werk, en de stress van het kopen van een huis op deze bizarre woningmarkt. Het leek alsof alles tegelijk kwam, en ik merkte hoe moeilijk het nog steeds is om met dat soort situaties om te gaan.
De afgelopen maanden
Hoewel mijn schisis inmiddels geen grote rol meer speelt in mijn leven, kreeg ik de afgelopen maanden te maken met meerdere vervelende situaties buiten mijn invloed om. Mijn grote doel om de marathon van San Francisco te lopen, kwam onder druk te staan door een constant terugkerende blessure, ondanks dat ik alles deed wat binnen mijn invloed lag om te herstellen. Tegelijkertijd werd mijn baan onzeker door het tegenvallen van de nieuwe aanmeldingen. Dat bezorgde me veel stress, omdat ik me nog nooit zo op mijn plek heb gevoeld als op mijn huidige werkplek. En juist toen we het fijne nieuws kregen dat ons bod op een huis was geaccepteerd, kon ik daar door de werkonzekerheid, de pijn aan mijn kuit en scheenbeen, de extra kosten en de regelstress nauwelijks van genieten. Alles bij elkaar veroorzaakte het een hoop spanning, waardoor er weinig ruimte overbleef voor blijdschap en trots.
Hoe om te gaan met onmacht?
Ik beschreef net een paar voorbeelden uit mijn eigen leven, maar iedereen krijgt vroeg of laat te maken met dat soort momenten. Maar hoe ga je eigenlijk om met situaties waar je geen invloed op hebt? Zelf vind ik het nog steeds lastig om met die onmacht om te gaan. Ik kan gefrustreerd, geïrriteerd en verdrietig worden als ik met dat soort situaties te maken krijg. Ondanks de worstelingen en gevoelens zijn er een paar dingen die me inmiddels wat houvast geven. Het is geen oplossing, maar misschien wel helpend.
Kijk naar waar je wél invloed op hebt
In situaties waarin je je machteloos voelt, is het extra belangrijk om je te richten op waar je nog wel invloed op hebt. Dat kan je gedrag zijn, je gedachten of de manier waarop je ergens op reageert. Zo mag ik van de fysio momenteel niet hardlopen, wat frustrerend is, maar ik kan wél trouw mijn oefeningen doen, gezond eten, goed slapen en luisteren naar mijn lichaam om zo goed mogelijk te herstellen. Ook op mijn werk is er onzekerheid, en misschien moet ik zelfs weg. Toch kan ik in een gesprek of brief duidelijk maken waarom ik een waardevolle toevoeging ben voor de school. En in plaats van onder de dekens te kruipen en bij de pakken neer te zitten, kies ik ervoor om juist nog meer mijn best te doen en te laten zien dat ik een trouwe en sterke werknemer ben. Aan de situatie kun je niets veranderen, maar je hebt altijd een keuze in hoe je erop reageert.
Praat erover
In de tijd dat ik geblesseerd was, heb ik echt in de knoop gezeten. Ik legde de druk zo hoog om mijn trainingsdoelen te halen, dat ik er echt een beetje aan onderdoor ging. Ik had mijn perfectionisme en hoge eisen niet meer onder controle. Het hielp om erover te praten. Niet alleen met mijn partner, vrienden of familie, maar ook met mijn fysiotherapeut. Gek genoeg kwam het pas écht binnen toen ik het met hem besprak, terwijl hij eigenlijk precies hetzelfde zei als de rest. Soms heb je gewoon iemand nodig buiten je eigen kring die even met je meedenkt en je met je neus op de harde feiten drukt.
Mocht je geen prater zijn, dan is het ook fijn om het van je af te schrijven, zoals ik in deze blog doe. Dat helpt enorm om het wat kleiner te maken voor jezelf en het wat meer te relativeren.
Focus op het positieve
Zelf vind ik dit misschien nog wel het moeilijkst. Ik wil altijd beter, sneller, fitter en slimmer zijn. Dus als ik 5 kilometer ren, wil ik er 10. Heb ik er 10 gerend, dan moet het de volgende keer 20 zijn. Hetzelfde geldt voor mijn werk: de doelen liggen steeds hoger, en tevreden over een les ben ik niet snel. Het is een mindset die me vooruithelpt, maar soms ook enorm in de weg zit.
Daarom probeer ik, als het voor mijn gevoel tegenzit, bewust stil te staan bij wat er wél goed gaat. Dat is een oefening op zich. Gisteren had ik bijvoorbeeld veel last van mijn bovenbeen, waardoor ik tijdens mijn langeafstandsloop bij 15 kilometer ben gestopt, terwijl ik eigenlijk 22 kilometer op de planning had staan. Natuurlijk baal ik dan een beetje, maar ik voelde toch ook trots dat ik het had geprobeerd en goed naar mijn lichaam had geluisterd. Ook tijdens stressvolle periodes op werk, probeer ik na mijn werk op te schrijven wat er die dag goed ging, om er nog eens extra bij stil te staan. Dat kan zijn dat ik een leuk gesprekje had met een leerling, een fijne pauze heb gehad met collega’s, of een goede opdracht had bedacht voor in mijn les. Kijk dus naar wat er wél lukt, in plaats van alleen maar te focussen op wat niet is gelukt. Wees trots op wat je doet en al hebt bereikt!
Probeer te relativeren
Vervelende dingen horen erbij. Iedereen krijgt met tegenslagen te maken, of ze nou groot of klein zijn. Maar probeer je ook af te vragen: hoe erg is het nou écht? Wat is het allerergste dat er kan gebeuren? En als dat gebeurt, is dat dan echt het einde van de wereld?
Vaak valt het toch iets meer mee dan je op dat moment denkt, zeker als je het van een afstandje bekijkt. En probeer jezelf af en toe niet al te serieus te nemen. Ik kan soms echt om mezelf lachen als ik me bedenk over wat voor ‘onzin’ ik me de hele dag druk maak. Vaak zijn de stress en het verdriet het gewoon echt niet waard. Een beetje humor of zelfspot helpt mij dan om te relativeren.
“Het komt allemaal goed. En zo niet, dan toch.”
Frustratie, verdriet of boosheid mogen er zijn. Die gevoelens wegstoppen helpt niet, maar erin blijven hangen ook niet. Op een gegeven moment moet je echt inzien: dit is wat het is, ik kan het nu niet veranderen. Juist die acceptatie geeft rust.
Daarna helpt het om los te laten wat je toch niet kunt beïnvloeden, en erop te vertrouwen dat het uiteindelijk op z’n pootjes terechtkomt. Dat is niet altijd makkelijk, maar wel heel fijn. De zin die mij daarbij de laatste tijd houvast geeft is: “Het komt allemaal goed. En zo niet, dan toch.”
Die zin herinnert me eraan dat zelfs als dingen niet goed komen, ik er nog steeds mee om kan gaan en dat het niet het einde van de wereld betekent.
De update
De afgelopen maanden waren best chaotisch en behoorlijk stressvol, maar gelukkig gaat het nu een stuk beter. Ik zeg niet dat alle stress verdwenen is, ik blijf toch een beetje een stresskipje, maar ik heb het nu wel wat meer onder controle.
Het fijne nieuws: ik kan weer hardlopen! Maar door alle tegenslagen is het niet meer realistisch om nog volledig voorbereid aan de marathon van San Francisco te beginnen. Daarom heb ik besloten om van de hele marathon over te stappen naar de halve. In het begin voelde dat als falen, want mijn doel was niet behaald, maar nu zie ik in dat het juist een verstandige keuze is. Het is een kleiner doel, maar wél haalbaar, en dat geeft zoveel meer rust. Sinds dat besluit heb ik het plezier in het lopen echt weer teruggevonden en ligt de druk veel minder hoog.
En dan het werk: na weken vol onzekerheid kreeg ik te horen dat ik mag blijven. Wat een opluchting. De hele situatie heeft me wel geraakt. Mijn vertrouwen heeft een deukje opgelopen, want het had ook anders kunnen aflopen. In het begin voelde ik vooral boosheid en verdriet, maar inmiddels is mijn motivatie weer terug. Ik heb weer zin om keihard te werken voor deze school en de leuke leerlingen. Dat vertrouwen komt later ook wel weer.
De conclusie
Ik ga je niet vertellen dat alles altijd goedkomt, maar in de meeste gevallen komt het uiteindelijk wél op z’n pootjes terecht. Als ik dit tegen de 14-jarige Anne had gezegd, had ze me waarschijnlijk boos aangekeken en gezegd dat ik makkelijk praten had. Maar de 26-jarige ik weet dat je juist van tegenslagen groeit. Je wordt er een beetje sterker, een beetje slimmer en vaak ook gewoon een stukje beter van. Door om te moeten gaan met onmachtsituaties word je veerkrachtig! Soms moet je een stapje terug, voordat je er weer twee vooruit kan. 😉
0 reacties